Blog: Geïnternaliseerd racisme

doll test

In het racisme-debat zijn een aantal uitspraken inherent problematisch. Bijvoorbeeld het idee dat je álles over migranten mag zeggen als je zélf een migrant bent, de idee dat kinderen geen racistische denkbeelden kunnen hebben en de stellingname dat discriminatie niet bestaat als je het zelf niet ervaart. Laat ik voorop stellen dat er inderdaad racisme-activisten zijn die van het hele debat een karikatuur hebben gemaakt door het minste of geringste te problematiseren. Maar dit neemt niet weg dat bovenbeschreven uitspraken niet alleen onjuist zijn, maar ook inherent problematisch. Ik neem u mee door het wetenschappelijke bewijs.

Allereerst de ‘implicit association test’. Deze test is ontwikkeld door Amerikaanse wetenschappers om de manier waarop onbewuste negatieve associaties over specifieke (etnische) groepen een rol spelen inzichtelijk te maken. Deelnemers moeten woorden categoriseren op een wijze die associaties naar de oppervlakte brengt. U kunt de test zelf hier doen. Uit de resultaten blijkt dat 74% van de deelnemers een automatische voorkeur, of sterke voorkeur heeft voor een specifieke groep mensen. Dit kan de eigen groep zijn, maar ook een andere groep. Sommige Marokkaanse Nederlanders die de test afronden komen erachter dat ze zélf negatieve associaties over hun eigen groep meedragen.

Dat is niet alles. Rond 1940 ontwikkelden Kenneth en Mamie Clark, twee Afro-Amerikaanse psychologen, de zogeheten ‘Doll-test’. Hierover schreven ze drie academische papers. Het doel van de test was het meetbaar maken in hoeverre negatieve associaties bij Afro-Amerikaanse kinderen een rol spelen. De kleine deelnemers kregen twee poppen om uit te kiezen om mee te spelen: een zwarte en een witte pop. In meerderheid kozen de kinderen voor de witte pop. Gevraagd naar welke pop het liefst is, het aardigst, het leukst, of het mooist is, kozen deze kinderen het vaakst voor de witte pop. Gevraagd naar welke pop stout, gemeen of lelijk was, kozen ze voor de zwarte pop. Dit terwijl deze kinderen zélf Afro-Amerikaans zijn! Het experiment is sinds de jaren ’40 regelmatig herhaald, en leidt tot de dag van vandaag tot grofweg dezelfde uitkomsten.

De verklaring? Opgroeien in een land waar wit de norm is, al is dit onbewust, kent zijn weerslag op de identiteitsontwikkeling van deze kinderen. Dit verschijnsel wordt in de wetenschap ook wel ‘geïnternaliseerd racisme’ genoemd. Dit laat zien hoe naïef uitspraken zijn zoals ‘kinderen kennen geen kleur’, of ‘racisme is stom, ik zie geen kleur’. Hoewel niet iedereen evenveel impliciete associaties mee lijkt te dragen, is knip en klaar dat het overgrote merendeel van ons ze wel bij zich draagt. En dat deze associaties ons gedrag kunnen bepalen. Onbewust weliswaar, maar daar ligt nu net ook de kern van het probleem. Juist omdat we ons hier niet bewust van zijn wordt het probleem vaak gebagatelliseerd. Wanneer leden van minderheden racistische uitspraken doen over hun eigen groep, wordt dit niet gezien als racistisch, maar lijkt men te menen dat deze persoon het wél mag zeggen omdat hij zelf lid is van een minderheid. En dat er daarom misschien wel een kern van waarheid in zit.

Daarmee worden in een klap alle ongemakkelijke feiten terzijde geschoven. Het feit dat uitzendbureaus in Nederland nog altijd gretig ingaan op discriminerende verzoeken van werkgevers, het feit dat er op de particuliere woningmarkt nog altijd fel gediscrimineerd wordt op achtergrond, het feit dat minderheden veel minder snel worden uitgenodigd voor sollicitatiegesprekken, veel minder vaak een vast dienstverband aangeboden krijgen en bij recessies consequent het eerst ontslagen worden. Maar wie er wat van zegt, wordt snel voor ‘ondankbaar’ uitgemaakt, recent nog in de Limburger door iemand die zélf een migratieachtergrond heeft. Omdat deze man zélf geen discriminatie ervaart zouden anderen er ook maar niet over mogen klagen. En als je het niet leuk vindt in Nederland, vertrek je maar. Want een anekdotisch voorbeeld weerlegt nátuurlijk ál het bovenbeschreven wetenschappelijk bewijs. Voor het migratie-kritische publiek doet dit er uiteraard niet toe, zij zijn allang blij dat er eindelijk een migrant is die hetzelfde roept als zij zelf.

Vaak heb ik het gevoel dat de strijd tegen discriminatie hierdoor tegen de stroom in gaat. Hoe hard we ook blijven ijveren voor bewustwording, voor het grote publiek blijft het gemakkelijker om de problematiek gewoon te ontkennen. Wanneer er dan eens in de zoveel tijd een slachtoffer van geïnternaliseerd racisme het woord neemt, en zelf vooroordelen over de bewuste groep verspreid, of partijgenoten bovenstaande wetenschappelijke feiten ontkennen alsof het allemaal maar een ‘mening’ is, wil de moed me wel eens in de schoenen zakken. Maar maakt u zich geen zorgen, dan herpak ik mezelf snel weer door in de pen te klimmen.

Categorieën: Blogs, Diversiteit & Emancipatie

Doe mee
Jonge Socialisten in de PvdA